Interviews met de créme de la créme van de Nederlandse kapperswereld, waarbij elke keer het stokje wordt doorgegeven aan een collega die hij of zij bewondert. Haarstyliste La Toya Velberg van MOGEEN gaf wilde graag Maikel Piqué van Vagabond Collective in dit interview terugzien.
Hoe ben je ooit begonnen?
Ik was altijd al een creatieveling, ik tekende mijn eigen personages met stijl en esthetiek die ik niet in het echt zag. Ik verbaasde mij over het feit dat de uiterlijke verschijning en mode zo beperkt en eenzijdig was, terwijl er zo veel mogelijkheden zijn. Ik wilde een craft leren - met mijn handen werken - en tegelijkertijd iets doen met mijn ideeën over schoonheid in de echte wereld. Op mijn zeventiende besloot ik te beginnen met haar, maar ik ben altijd geïnteresseerd geweest in het totaalplaatje. Ik ben naar de kappersschool gegaan en ging werken bij een salon in Edam om het vak te leren. Pas toen ik in Amsterdam bij Kinki Kappers ging werken, ging er een wereld aan mogelijkheden voor mij open. Tokyo, Japan, werd mijn muze en 2e stad. Ik kwam hier elk jaar en liet mij inspireren door de mode, mensen en subculturen. Ik ben 10 jaar bij Kinki gebleven en toen ben ik voor mezelf begonnen en heb ik samen met bevriende creatieven het Vagabond Collective opgericht. We zitten in een anti-kraakpand in Amsterdam en wat ik nu doe is een afwisseling van shows, shoots en klanten. Mijn werkomgeving geeft vrijheid en inspiratie.
Wat spreekt je aan in het kappersvak?
Ik ben met haar begonnen om mooie dingen te maken, mijn denkbeelden over uiterlijk en schoonheid te realiseren. Ik was geïntrigeerd door de technische aspecten, hoe je dingen voor elkaar krijgt, ook als het niet in de gemiddelde kappersvocabulaire bestaat of op straat te zien is. Ik besefte toen nog niet hoe belangrijk en interessant de sociale kant van het vak is. Ik heb zoveel leuke mensen ontmoet. Het gaat om wederzijdse inspiratie en je kan mensen ook echt iets meegeven. Ook de samenwerking met fotografen, ontwerpers, stilisten en art directors (zoals Mark Melief van Kinki) om samen tot een mooi eindbeeld te komen is uitdagend. Het kappersvak is echt veelzijdig, het raakt ontzettend veel facetten en vergt inzicht en flexibiliteit. Je kunt allerlei verschillende aspecten uitdiepen, ik ben nog steeds niet uitgeleerd!
Werk je voor shows of magazines?
In mijn beginjaren bij Kinki werkte én woonde ik samen met collega’s in Amsterdam. We werden het international creative team van Kinki (L’Oréal) en reisden veel. Wij leefden echt voor ons vak en creëerden ons eigen universum. Ook deed ik styling bij oa. G-Star shows met Arjen Huffels. Daan Kneppers, een vriend van mij tipte me over het tv-programma The Next Hair Guru, toen ik net meer wilde gaan doen met hairstyling. Zonder enige ervaring ben ik door de selectie gekomen en vond het heel leerzaam om mee te doen. Na het programma ben ik me meer gaan richten op fashion hairstyling. Ik heb met Reyna Xypis gewerkt voor Londen Fashion Week en heb in het verleden met Hester (Wernert-Rijn, red.) en Siko (van Berkel, red.). Nu assisteer ik Ilham (Mestour, red.) voor o.a. Vogue om mijn skills uit te breiden en doe zelf shoots voor bladen en vrij werk. Ook geef ik trainingen bij salons en haarshows.
Reis je vaak voor je werk?
Zo nu en dan.
Voor welke celebs heb jij het haar verzorgd?
Ik knip niet veel bekende Nederlanders, dat heeft ook niet mijn interesse.
Wat is het hoogtepunt uit je carrière?
Alles hoort bij elkaar, het een kan niet zonder het andere, het blijft een dynamisch proces.
Knip je ook nog ‘gewone’ klanten?
Ja, veel klanten zijn vrienden geworden. Ik kijk naar het totaalbeeld bij een klant en probeer gericht vragen te stellen. Zo kom ik tot een resultaat dat bij iemand past.
Wat vind je het leukst om te doen?
De afwisseling. Het leuke van het kappersvak is nu juist dat je verschillende disciplines kunt afwisselen. Ik vind het knippen leuk, maar ook hairstyling, training en vooral voor high fashion shoots en shows.
Wat is volgens jou de meest voorkomende ‘haarmisser’?
Ik ben daar niet meer zoveel mee bezig. Daar komt bij dat mijn observatie niet stopt bij het haar. Ik zou iemand dan het liefst een hele make-over willen geven. Wat dat is, verschilt per persoon.
Wat is jouw ‘trade mark’?
Ik kan goed zien. Ik zie wanneer iets klopt en wanneer het niet klopt. Van daaruit richt ik me op de techniek om dat te uiten. Mijn uitgangspunt is dus niet de techniek, maar het kijken. Doordat ik heel vloeibaar ben, kan ik mij snel aanpassen aan de situatie.
Wat is je favoriete product en waarom is het zo bijzonder?
Dat is de Sea Salt Spray van Label M. Veel vrouwen in Nederland hebben dun en fijn haar. Dit product maakt het haar stugger en geeft meer volume.
Van welke beroemdheid zou je het haar willen doen en waarom?
Haruki Murakami, mijn favoriete schrijver. Ik ben benieuwd hoe hij in het echt is
Wat is je favoriete film / stad / mode ontwerper?
Film: Lain. Mijn favoriete stad is natuurlijk Tokyo, na mijn reis ben ik bijna elk jaar terug geweest.
Ontwerper: Damir Doma, een ontwerper uit Kroatië die in Parijs werkt.
Waar haal je je inspiratie vandaan. En heb je naast je werk nog hobby’s?
Ik haal mijn inspiratie uit bijna alles. Van mijn opvoeding tot wat voor weer het is.
Mijn hobby is pianospelen. In het pand van Vagabond Collective staat dan ook een piano.
Van welke collega/kapper heb je het meest geleerd?
Ik heb vele inspirerende leermeesters gehad. Ik kan wel een paar namen noemen: Corina Akemade, Mark Melief, Robert Jan Rietveld, Arjen Huffels, Ilham Mestour, Siko van Berkel en vele anderen.
Aan wie wil je ‘het stokje’ doorgeven voor het volgende interview?
Daan Kneppers, mijn collega en vriend.
Lees ook; HAARkunstenaar CARMEN van der WOUDE over het kappersvak of Mark Melief
