We kennen het allemaal: een volle werkdag waarin je denkt dat je alleen maar moet dóórgaan om alles af te krijgen. Je zit uren achter elkaar achter je laptop, je koffie wordt koud naast je en toch voelt het alsof je hoofd steeds voller raakt. Juist op die momenten lijkt een pauze tijdverspilling, terwijl het eigenlijk het tegenovergestelde is. Kleine pauzes maken je productiever, al lijkt het misschien onlogisch.
Denk aan dat moment dat je muurvast zit in een tekst of een lastige mail. Je blijft turen naar het scherm, maar er komt geen oplossing. Vaak merk je dat wanneer je even de keuken inloopt om water te pakken of een rondje door de straat maakt, de oplossing zich vanzelf aandient. Dat is geen toeval. Je brein heeft af en toe een reset nodig om informatie te verwerken en nieuwe ideeën te laten ontstaan.
Ook lichamelijk doet een pauze wonderen. Een paar minuten bewegen, stretchen of simpelweg opstaan van je stoel zorgt ervoor dat je bloed beter circuleert en je weer energie voelt. Het verschil merk je direct: je komt terug met meer focus en minder spanning in je schouders. Zelfs een korte pauze van twee minuten kan genoeg zijn om je concentratie opnieuw op te bouwen.
Een voorbeeld uit de praktijk: veel mensen zweren bij de Pomodoro-techniek, waarbij je 25 minuten werkt en daarna vijf minuten pauze neemt. In die vijf minuten mag je alles doen wat je ontspant – van even naar buiten kijken tot een kop thee zetten. Na vier rondes neem je een langere pauze. Het klinkt simpel, maar het voorkomt dat je opbrandt halverwege de dag.
Het mooie is dat pauzes niet groot hoeven te zijn. Je hoeft geen lange wandeling te maken of een uur te mediteren. Het gaat om die kleine momenten waarin je bewust stopt, zodat je daarna weer met frisse energie verder kunt. Dus de volgende keer dat je denkt: ik heb geen tijd om pauze te nemen, draai het om. Juist door die kleine pauze krijg je meer gedaan – en voel je je een stuk beter.







