Home 5 vragen aan Mark Melief
De expert

5 vragen aan Mark Melief

Creative director Mark Melief staat al lange tijd aan het roer van Kinki kappers en is voor veel kappers een inspirator. Ondernemend, kritisch, open minded, vakman, creatief, verbindend en zeker ook tegendraads. En dit is precies wat ook Kinki salons uitstralen en zijn. Wij legden Mark 5 vragen voor met betrekking op het thema Uniseks van deze maand.

1 Hoe kijk jij tegen het thema Uniseks aan?

Universele sekse, geen man en vrouw modules maar mens modules. We kijken naar de mens. In ons vak is het duidelijk dat er vaak juist wel onderscheid wordt gemaakt tussen man en vrouw. Overigens vind ik het woord wat oubollig; je zou de betekenis aan de nieuwe generatie moeten uitleggen. Ik ken het woord en associeer het met een T-shirt dat zowel door een man als een vrouw gedragen wordt. En dan zie ik een echtpaar uit de jaren 90 voor me met hetzelfde joggingspak aan. Besluiteloos, vormeloos en smakeloos. 

2 Laten we het dan liever over genderneutraal hebben?

Ja, want ik geloof dat de tijd soms rijp is om jezelf te zijn. We hebben een heel lange periode gehad dat dat niet zo was, dat je jezelf niet helemaal kon zijn. In de jaren 50 en 60 heerste er een cultuur van ‘je gaat trouwen, krijgt kinderen en wordt gelukkig’. In de jaren 70 en 80 werd dat doorbroken. Daar heeft het op een punt gezeten van iedereen doet maar wat hij wil en wat hij kan en wat hij wil zijn. Circa 5 jaar gelden zijn alle deuren opengegaan: als jij gelukkig wilt zijn, laat je dan door niemand weerhouden om dat te zijn. Wees wie je wilt zijn. 

3 Is er een verschil in behandelingen van mannen en vrouwen?

Ja, dat zie je bij veel salons o.a. terug in prijsstellingen en techniek. Kinki heeft dat nooit gedaan. We hebben altijd dezelfde prijs gehanteerd voor zowel mannen als vrouwen. Hoe lang ben je bezig met lang haar, middellang haar en kort haar bijvoorbeeld. De tijd die we eraan besteden zetten we om in de prijs. Iedereen betaald dezelfde prijs in basis. Op die manier werken we al vanaf het begin. De verschillen zitten dus in het behandelen van haar. We knippen haar en dat zit ergens op; op een man of op een vrouw. Je ziet natuurlijk wel dat we met vrouwen gemiddeld langer bezig zijn, maar dat komt omdat de meeste vrouwen langer haar hebben. Maar zou je een man hebben met haar tot over zijn schouders, dan betaalt hij hetzelfde.

4 Zit er wel verschil in technieken?

Bij kort haar wel. Dan praat je bijvoorbeeld over barbertechnieken, scheren, knippen. Hoewel we vorig jaar zomer ook veel meiden in de stoel kregen die een mooie opscheer techniek wilden. Zoals het voor de mannen een trend was om een traditioneel barberhoofd te hebben. Ik zeg expliciet was, want dat is het niet meer. Nu zie je dat het haar weer langer wordt en gebruik je weer andere technieken. Vroeger was het heel simpel: mannen knip je vierkant en vrouwen knip je rond en driehoekig. Dat is gelukkig allang niet meer. 

5 Wat wordt volgens jou de trend in de komende periode? Denk je dat het coronavirus daar invloed op heeft?

Jazeker heeft het virus invloed. We gaan denk ik de volgende dingen zien:

1 Mannen krijgen weer lengtes en daar kunnen we weer echt coupes in knippen. Die coupes zijn een beetje shaggie, geen harde lijnen, wel zachte vallingen en zachte lijnen. 

2 Meer structuur. Mensen gaan weer meer aandacht aan hun haar besteden, omdat ze zich in deze periode bewust zijn geworden hoe belangrijk de kapper is. Kappers hebben extra punten gekregen door de media-aandacht vanuit de ellende waar we inzitten. 

3 Mensen hebben het gevoel van een nieuw begin. Het gevoel van een nieuw begin is er altijd nadat er iets is geweest wat niet fijn is. Dat kan een ziekte zijn, een overlijden van een dierbaar iemand, bewustwording van iets. Zo’n nieuw begin gaat vaak gepaard met het kopen van nieuwe kleren, nieuwe make-up en ook nieuw haar. 

4 Het haar gaat eraf en het snijden komt weer terug. Ik krijg al veel aanmeldingen voor cursussen over technieken met het mes. Dat betekent dat kappers dus ook het gevoel hebben dat de coupes zachter worden, beweeglijk en ‘ongekapt’. Maar wel mooi gevormd. 

En hoe zit het met kleur?

Ik ben bang dat dat het enige minpuntje is. Ik denk dat kappers heel veel moeten herstellen. Als je ziet dat in de eerste drie weken de omzetten voor thuiskleuringen gigantisch hoog waren, dan hebben wij een probleem. Daar moeten we een weg in vinden. We gaan enorm veel correctiekleuringen krijgen. Dat betekent dat je al blij bent dat een kleur weer egaal is bijvoorbeeld. De eerste periode is dus corrigeren, maar toch iets moois toevoegen. Dan ga je kijken naar nuances, geraffineerde kleuren op de juiste plek. Als een sieraad in het haar. Dus geen 120 folies over het hele haar, maar ergens in de coupe heel veel mooie nuances aanbrengen. Daarmee zeg je bijvoorbeeld dat je 80 procent van het haar met rust laat en alleen zorgt voor een goede correctie, en 20 procent op een heel mooie manier kleurt. 

Als je bij een drogist een thuiskleuring koopt heeft dat consequenties en wij kappers moeten dat opknappen. En dat duurt best lang en vraagt de nodige vakkennis. Daarmee krijg je overigens ook het onderscheid tussen kappers die vaardig zijn en niet zo vaardig zijn. Dat mag ook best. Zo krijgt de kapper een spiegel voorgehouden: kan je de problemen oplossen en dus je vak goed uitoefenen? 

En dan is er nog een belangrijk gegeven: de medewerkers. Hoe reageren die als ze ineens drie klanten per dag krijgen voor een kleurcorrectie? Waarbij je dus vanuit een probleem moet handelen? Je moet het leuk maken en het als een uitdaging gaan zien. Doe het niet alleen, maar betrek een collega erbij. Praat er samen over en maak er steeds een projectje van, dan blijft het leuk. Zie het als een stukje educatie bij je klant. Het helpt om iets leuk te gaan vinden als het eigenlijk niet zo leuk is. Want je staat eigenlijk iemand anders z’n troep op te ruimen. En als je iemand anders z’n troep op staat te ruimen, maar de muziek is prettig, dan valt het wel mee. 

Zie ook; Vijf vragen aan Andy Uffels