Serie interviews met het toptalent van de Nederlandse kapperswereld, waarbij elke keer het stokje wordt doorgegeven aan een collega. Haarstylist Ronald Kampmann gaf het door aan Charlotte Charpentier van Wild Romance. Lees het interview met deze stijlvolle en bevlogen kapster.
Hoe ben je ooit begonnen?
Na de Havo had ik geen idee wat ik wilde. Ik vond het altijd leuk om haar van vriendinnetjes te doen en om zelf naar de kapper te gaan. Daarom ben ik de kappersschool gaan doen. Ik begon met werken bij Lex Hair & Beauty in Anna Paulowna, maar wilde altijd al naar Amsterdam. Toen heb ik m’n stoute schoenen aangetrokken en gesolliciteerd bij TONI&GUY. Ik moest weer helemaal terug bij af beginnen en heb me daar in 4 jaar tijd opgewerkt. Ik heb er veel geleerd en uiteindelijk gaf ik zelf trainingen en seminars. Toen ik de kans kreeg om een stoel te huren bij de nieuwe Amsterdamse salon Wild Romance, heb ik die aangegrepen. Ik was er echt aan toe om mijn vleugels uit te slaan. Nu kan ik zelf mijn tijd indelen, die vrijheid is heerlijk!
Wat spreekt je aan in het kappersvak?
Ik vind het erg leuk om mensen van advies te voorzien, ze blij maken met mijn creativiteit. Ik vind het erg belangrijk dat klanten zich bij mij op hun gemak voelen, ik ga ze ook zeker niets opdringen. Op deze manier win je langzamerhand hun vertrouwen.
Werk je voor shows of magazines?
Ik werk af en toe mee aan fotoshoots en doe perspresentaties voor haarmerken (waaronder Dove). Nu de salon lekker loopt, probeer ik wat meer werk voor magazines te krijgen.
Reis je vaak voor je werk?
Niet meer. Ik was uitgenodigd om mee te doen aan de London Fashion Week, maar had toen net mijn ontslag genomen bij TONI&GUY. Ach, dat soort dingen komen wel weer.
Van welke celebs heb jij het haar verzorgd?
Ja, zangers, actrices en mensen uit de theaterwereld. Ik vind het alleen niet zo netjes om hun namen te noemen. Het maakt trouwens geen verschil. We zijn allemaal Amsterdammers en ik merk dat ze het juist lekker vinden om als normaal mens behandeld te worden.
Wat is het hoogtepunt uit je carrière?
Dat was toen ik de TONI&GUY Stylist Award heb gewonnen en bij de laatste 5 zat van de L’Oréal Color Trophy Award. Maar ook de stap om zelfstandig te gaan werken zie ik als een hoogtepunt. Dat was een grote stap voor mij en in het begin vond ik dat best wel eng. Maar gelukkig gaat het heel goed. Veel klanten hebben mij via internet gevonden. We huren hier allemaal een stoel, maar werken als een team. Gelukkig is de ‘gunfactor’ onder elkaar hoog dus we voelen ons geen concurrenten.
Wat is je werkwijze bij een nieuwe klant?
Als een klant voor het eerst komt, wil ik meer over die persoon te weten komen. Wat is hun achtergrond, wat willen ze uitstralen, wat zijn hun probleemzones en hoe doen ze hun styling thuis. Dan ga ik een stappenplan bedenken om het gewenste resultaat te bereiken.
Wat vind je het leukst om te doen?
Het advies geven, de interactie met mijn klanten. Het is fijn als klanten terugkomen en feedback geven.
Wat is volgens jou de meest voorkomende ‘haarmisser’?
Je ziet weleens vrouwen met lelijke extensions die niet passen bij hun haar. Of slechte, zelfgekleurde creaties. Soms besteden mensen niet genoeg tijd en aandacht aan hun kapsel of hebben ze slecht advies gekregen.
Wat is je ‘trade mark’?
Ik houd van haar dat bij iemand past. Daarom probeer ik ook heel goed te kijken naar het hele plaatje, zodat ik iets maak wat klopt. Ik werk heel zorgvuldig en neem echt de tijd voor mijn klanten.
Wat is je favoriete product?
Ik kan er wel een paar opnoemen. De Volume Mousse van Label M geef fijn volume, beschermt tegen hitte en UV-stralen en kun je in meerdere lagen aanbrengen. Ook ben ik fan van Morrocanoil. Ik merk dat mijn klanten daar steeds voor terugkomen. Het is niet vet en stapelt zich niet op. Het sealt de droge punten en gaat pluis echt tegen. De shampoo van Kevin Murphy, Angel Wash, wast het haar zacht, bevat geen parabenen en siliconen en is erg geschikt voor mensen met een gevoelige hoofdhuid. En tot slot werk ik graag met Seasalt Sprays. Die geven het haar meer textuur. Label M en Kevin Murphy hebben er allebei een.
Van welke beroemdheid zou je het haar willen doen?
Ik zou het fantastisch vinden om het haar van de lovely Doutzen Kroes te doen. Ze heft fantastisch haar waar je van alles mee kunt.
Wat is je favoriete film / stad / mode ontwerper?
Favoriete film is zonder twijfel Intouchables.
Ik ben gek op Amsterdam, het voelt als thuis en ik houd van de diversiteit van de stad. Een andere favoriet is Londen.
Alexander McQueen maakt prachtige dingen. Niet draagbaar en heel extravagant, maar erg inspirerend. En ik houd van Jan Taminiau, die jurk van Maxima was echt prachtig. En de Engelse ontwerper Giles Deacon vind ik erg goed.
Waar haal je je inspiratie vandaan. Heb je naast je werk nog hobby’s?
Overal. Uit internationale modetijdschriften, van mensen op straat of in de trein. Ik kan overal inspiratie uithalen. Ik heb thuis een pop staan, die nooit klaagt en altijd tijd heeft. Daar oefen ik op.
Koken vind ik leuk om te doen en make-up is echt een hobby. Ook vind ik het leuk om modebladen en het internet door te spitten op zoek naar inspiratie. En ik vind het heerlijk om tijd te spenderen met de mensen waar ik van hou!
Van welke collega-kapper heb je het meest geleerd?
Van Drake Brown. Ik leerde hem bij TONI&GUY kennen en heb altijd tegen hem opgekeken. Zijn vakkundigheid is enorm, hij weet alles van haarkleuringen en ik heb heel veel van hem geleerd. Ook zitten we vaak op een lijn qua smaak. Toen ik bij TONI&GUY kwam werken, werd ik echt in het diepe gegooid en hij heeft me enorm gesteund en gestimuleerd. We spreken elkaar nog steeds regelmatig, hij werk nu bij Rob Peetoom Academy.
Aan welke kapper wil je ‘het stokje’ doorgeven voor het volgende interview?
Kate Pearson, we hebben samen bij TONI&GUY gewerkt. Zij huurt nu een stoel bij Adri Hairstyling.